Innovatieproject TDI500 zet zich in om de installatiecapaciteit in Nederland te verhogen zonder in te boeten op kwaliteit. Minstens zo belangrijk is milieubewust installeren, bijvoorbeeld door de hoeveelheid afval in de hele keten te reduceren en het resterende afval circulair te maken. TDI500 startte daarom een deelproject met de focus op dit thema. Het onderzoek is inmiddels afgerond. Daniël van der Vegt, kartrekker van het project, vat de resultaten samen.
“Verpakkingsmateriaal en ander afval dat vrijkomt tijdens de installatie zorgt én voor tijdverlies door het uitpakken en opruimen, en het leidt tot extra milieu-impact in de hele keten, van groothandels, werkplaatsen tot bouwplaatsen. Daarom hebben we binnen TDI500 een werkstroom opgericht met als doel na te gaan hoe we als installatiesector de afvalstromen kunnen verminderen, stroomlijnen en/of circulair kunnen maken”.
Het project startte in 2023 en is inmiddels afgerond. “Aan de hand van interviews, dieptesessies met twee fabrikanten en een rondetafelgesprek met groothandels brachten we hun perspectieven en ideeën in kaart. Hierna volgde een workshop om de bevindingen samen te voegen en er acties aan te verbinden.”
De werkgroep kwam tot vier concrete actiepunten waar de installatiesector stappen voorwaarts kan zetten: (1) Het gebruik van monostroom verpakkingen (2) Standaardisatie van palletgebruik (3) Het opzetten van retourstromen voor emballage en (4) Het opzetten van retourstromen voor oude toestellen en hoogwaardig hergebruik hierin.
“In de installatiesector gebruiken we veel diverse soorten en typen verpakkingen, van karton, plastic tot piepschuim, terwijl er op kartonniveau eveneens veel gradaties zijn. Dit leidt op de bouw- of werkplaats tot tijdverlies om alles netjes te scheiden. Collectief zullen we daarom moeten kiezen voor monostroom verpakkingen zodat recycling mogelijk is. Het zal de installateur helpen qua tijdsbesparing bij het afval scheiden en het zal hoogwaardig hergebruik opleveren. Belangrijk is dat heel de keten hierin stappen maakt.”
Bij de eerste gesprekken met fabrikanten blijkt dat zij openstaan voor het doorvoeren van verbeteringen. “De overstap van glossy full color verpakkingen naar een bruine basic kartonnen versie zonder kleurrijke bedrukking of stickers levert bijvoorbeeld meteen een enorm scheidings- en CO2-voordeel op. We zien dat een aantal fabrikanten dit ook al heeft doorgevoerd. Groothandelaren kunnen eveneens hun steentje bijdragen door gezamenlijk te kiezen voor één type plastic folie waarmee ze systemen verpakken. Het is een eenvoudige stap met een groot effect. Ik verwacht dat we hier snel een overeenkomst kunnen bereiken. Iedereen is er immers bij gebaat.”
Standaardisatie van palletgebruik is een tweede belangrijk actiepunt. “Uit gesprekken blijkt dat er momenteel ongeveer 460 verschillende soorten pallets in omloop zijn in de sector. Fabrikanten kiezen vaak voor een specifieke afmeting om hun systemen passend op een pallet te positioneren. We pleiten er dan ook voor om het gebruik van pallets te beperken tot één of twee herbruikbare typen. De keuze moet in samenspraak met groothandels en fabrikanten gebeuren zodat wordt gekozen voor de voor hen de meest werkbare formaten.”
De opgedane kennis tijdens het onderzoek van TDI 500 zal middels aanbevelingen worden gedeeld met een parallel lopend project dat Techniek Nederland initieert: Brancheplan Verpakkingen. “Door onze kennis en krachten te bundelen kunnen we ervoor zorgen dat de hele branche op eenzelfde lijn zit.”
“De retourstromen van oude cv-ketels en (hybride) warmtepompen is op dit moment nog een grote uitdaging”, stelt van der Vegt. “Groothandels zijn niet ingericht om deze retourstroom te realiseren, terwijl certificering is vereist om cv-ketels in te nemen. Daarom komen deze systemen aan het einde van hun levensduur terecht bij afvalinzamelaars.” Retourstromen voor emballage of verpakkingsmateriaal zijn in die zin kansrijker en veelbelovend. “Groothandels staan ervoor open om dat verder te onderzoeken samen met installateurs.”
Uiteindelijk is circulariteit het doel door oude systemen een tweede leven te geven. Circulariteit staat momenteel nog in de kinderschoenen, maar tegelijkertijd groeit de belangstelling om hiermee echt aan de slag te gaan. Daarom starten twee installatiebedrijven samen met een fabrikant binnenkort een pilot om te onderzoeken hoe ze systemen of onderdelen ervan hoogwaardig kunnen hergebruiken. De opgedane kennis zullen ze vervolgens weer delen met TDI500.”
De belangrijkste conclusie uit dit project is dat we de koppen bij elkaar moeten steken, stelt Van der Vegt. “Het is niet langer de vraag óf we afval moeten reduceren, maar op welke manier we dit het beste kunnen realiseren. Alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder. Door als collectief te kiezen voor 1 plasticfolie en geen glossy verpakkingen meer te gebruiken, kunnen we samen al meteen verschil maken. Samenwerking in de keten zorgt voor een goede fundatie om meer stappen voorwaarts te zetten. Ook installateurs kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Maak het thema bespreekbaar in de keten en pak het samen op.”
>>Het project TDI500 is uitgevoerd met Topsector Energie subsidie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De specifieke subsidie voor dit project betreft MOOI-subsidie ronde 2022.
“De installatietijd van warmtepompen en hybride systemen is veel langer als je het vergelijkt met een 1-op-1 vervanging van een CV-ketel. Wil je opschalen, dan heb je erg veel technici nodig die je bovendien moet opleiden. Het moet daarom anders en beter, door de onder andere de installatietijd te verkorten. Standaardisatie is daarbij een belangrijk sleutelbegrip.” Aan het woord is Twan van Grinsven, operationeel directeur bij installatiebedrijf Kemkens. Het bedrijf is één van de deelnemers van
TDI500 (Team Duurzaam Installeren) en begon al enige jaren geleden met het oprichten van een werkgroep warmtepompen om de installatietijd te verbeteren.
Installatie-skid
“Bij fabrikanten zagen we destijds nog niet de behoefte om zaken anders aan te pakken om een versnelling te kunnen inzetten terwijl we evenmin invloed hebben op hoe woningen eruitzien. Daarom hebben we in kaart gebracht waar de grootste tijdswinst is te behalen tijdens de voorbereiding en de installatie en waar de grootste faalkans ligt. Als eerste innovatie ontwierpen we vervolgens een installatie-skid samen met groothandel Rensa. Door aansluiting te zoeken in de supply chain kun je stappen voorwaarts maken.”
Learning loop
Een tweede stap was een bewuste keuze van standaardisatie van merken. “Waar we vroeger alle merken van diverse fabrikanten installeerden blijven we nu trouw aan vier merken zodat we de werkinstructies en processen goed kunnen voorbereiden.” Collega Antwan van Dorst, Innovatiemanager bij Kemkens vult aan. “We hebben bijvoorbeeld ook een nieuwe werkstroom ingericht waarin we informatie over de installatie verzamelen in drie categorieën: veelgestelde vragen rond de installatie, veel toegepaste instellingen van reeds geïnstalleerde warmtepompen en problemen die regelmatig opduiken. Via een learning loop verwerken we deze informatie in de nieuwe monteursinstructie wat leidt tot een soepele, snellere installatie. En meer tevreden klanten en monteurs.”
Samenwerking
“Innovatiekracht zit niet zozeer in de technologie zelf, maar in de samenwerking”, gaat hij verder. “Samenwerking binnen ons bedrijf is belangrijk, maar ook met partners en andere installateurs, bijvoorbeeld binnen TDI500.” Van Grinsven: “We zijn aangehaakt bij TDI500 zodat we kunnen vaststellen dat we op de goede weg zijn, maar vooral ook om kennis te delen met bond-genoten en vakgenoten die te maken hebben met dezelfde issues. Zo vonden er met monteurs van alle deelnemende installatiebedrijven sessies plaats om via hun ervaringen uit te filteren waar in het installatieproces qua tijdsbesteding veel verbetering mogelijk is. De kracht is om op een gezamenlijke gestructureerde manier zaken in kaart brengen. Dit leidde bij alle betrokken partijen tot nieuwe inzichten. Die neem je vervolgens mee naar de eigen organisatie om het in de eigen bedrijfsprocessen aan te pakken.”
Extra draagkracht
TDI500 biedt ook extra draagkracht. Van Dorst geeft een voorbeeld. “Met verenigde krachten zijn we in staat geweest om de tien grootste irritatiepunten qua warmtepompontwerp aan te stippen. Hieruit volgde een gezamenlijke wensenlijst waarmee we nu met fabrikanten in gesprek zijn om na te gaan of zaken kunnen worden aangepast. Denk aan een eenduidige producthandleiding, aansluitingen die op dezelfde plek moeten zitten, en beheer op afstand. TDI500 zorgt ervoor dat we als installateur niet ieder afzonderlijk deze gesprekken hoeven voeren, maar met verenigde krachten de boodschap kunnen overbrengen. Hierdoor hebben we meer draagkracht en is de kans dat zaken worden gewijzigd, veel groter. Uiteindelijk leidt dit tot diverse voordelen voor de hele branche.”
Bruggen slaan
Van Grinsven: “In het verleden namen installateurs veeleer een afwachtende houding aan. Door de tijdsgeest en de grote opgave waar we voor staan, nemen installatiebedrijven nu het voortouw en de verantwoordelijkheid om samen te werken en verbeteringen door te voeren. We proberen daarbij steeds bruggen te slaan tussen zaken die we uit eigen initiatief verbeteren en de initiatieven die vanuit TDI500 ontstaan. Dit biedt voordelen voor onszelf, TDI, de branche, maar ook de overheid kan gestelde doelstellingen halen terwijl de consument een beter product krijgt. Het delen van kennis leidt tot uiteindelijk versnelling”, besluit van Grinsven.
>>Het project TDI500 is uitgevoerd met Topsector Energie subsidie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De specifieke subsidie voor dit project betreft MOOI-subsidie ronde 2022.

Team Duurzaam Installeren (TDI) is een samenwerking tussen tien koplopers in de installatiebranche.